vloerverwarming

De vloerverwarming

De vloerverwarming is een van de bekendste en waarschijnlijk populairste soorten van oppervlakteverwarming. Door het gebruik van het gehele vloeroppervlak als verwarmingsoppervlak, werkt de vloerverwarming met een lage aanvoertemperatuur van ongeveer 30 - 40° C, wat het bijzonder energie-efficiënt maakt. In combinatie met alternatieve warmte- en energietechnologieën – zoals bijvoorbeeld een warmtepomp – is het bovendien kostenefficiënt.

Wat zijn de voordelen van vloerverwarming?

De gelijkmatige verwarming van de hele kamer zorgt voor een comfortabele en aangename stralingswarmte. Maar vloerverwarming is niet alleen comfortabel, het zorgt ook voor een goed binnenklimaat, omdat er in tegenstelling tot een aan de muur bevestigde radiator veel minder stof wordt opgewerveld. Dit is natuurlijk vooral voor mensen met allergieën een groot voordeel.

De beschikbare draagsystemen hebben verschillende opbouwhoogtes en zijn geschikt voor verschillende soorten ondergronden. Daarom kan vloerverwarming niet alleen in nieuwbouw worden gebruikt, maar kan het ook in oudbouw worden geïnstalleerd tijdens renovatiewerkzaamheden. Bovendien is het mogelijk dat u uw vloerverwarming zelf kunt installeren, helemaal in doe-het-zelf-stijl, zonder hulp.

Esthetisch pluspunt: een vloerverwarming is onzichtbaar, zodat er geen grenzen zijn aan uw ruimtelijke inrichting.

Welke vloerbedekking is geschikt?

Van natuursteen en keramische tegels tot laminaat, parket en kurk, en van PVC, linoleum tot tapijt, er zijn bijna geen beperkingen bij het kiezen van de juiste vloerbedekking. Omdat dit echter een uiterst belangrijke factor is, is het altijd verstandig om bij de fabrikant na te gaan of de door u gewenste bedekking compatibel is met vloerverwarming.

De zogenaamde warmtedoorgangsweerstand is hierbij een belangrijk trefwoord. Hoe lager dit getal, hoe beter de vloerbedekking de warmte van de vloerverwarming geleidt. Vooral vloerbedekkingen van natuursteen en keramiek zijn daarom geschikt, omdat deze materialen de warmte zeer goed geleiden en ook opslaan.

Welke soorten vloerverwarming zijn er?

In principe wordt er onderscheid gemaakt tussen elektrische en op water gebaseerde vloerverwarmingssystemen. Bij het kiezen van het type dat het beste past bij de omstandigheden, spelen de opbouwhoogte en de ondergrond een rol. Beslissend is dus ook hoe hoog de totale constructie mag zijn. Terwijl bijvoorbeeld een elektrische vloerverwarming een opbouwhoogte van ongeveer minimaal 10 mm heeft, moet bij installatie in een droog systeem tot 50 mm en bij installatie in een nat systeem tot 90 mm plus de vloerbedekking worden meegerekend.

Elektrische vloerverwarming

De elektrische vloerverwarming werkt op elektriciteit. Hier worden verwarmingsfolies of verwarmingsmatten gebruikt. Door de vooraf vervaardigde complete systemen is de installatie vrij eenvoudig en is het goed geschikt voor renovatie, oftewel een latere installatie. Wat betreft de aanschafkosten is het over het algemeen redelijk goedkoop, maar houd er rekening mee dat het gebruik van netstroom op de lange termijn een hoge kostenfactor kan zijn.

Het is daarom aan te raden om een elektrische vloerverwarming bijvoorbeeld met een fotovoltaïsche installatie te bedienen. Op deze manier kun je je elektriciteitskosten zelfs aanzienlijk verlagen.

Watersystemen

De installatie van een watergedragen vloerverwarming kan in een nat systeem of een droog systeem worden gerealiseerd. Kenmerkend voor het natsysteem is dat de verwarmingsbuizen volledig omgeven zijn door de verwarmingsdekvloer. Een warmwater-vloerverwarming wordt geïntegreerd in het verwarmingscircuit van de daadwerkelijke verwarming van het gebouw. In het vervolg vindt u meer details over beide systemen.

Uit welke onderdelen bestaat een vloerverwarming?

De basiscomponenten van een vloerverwarming zijn snel opgesomd: isolerende onderlaag, drager systeem en verwarmingsbuizen, evenals de verwarmingsdekvloer bij het natsysteem of droge dekvloerplaten bij het droogsysteem. Hierop wordt vervolgens de gewenste vloerbedekking gelegd.

Verder heeft u geschikte regeltechniek nodig, zoals een verwarmingscircuitverdeler, een aandrijving, een temperatuurbewaker en een kamerthermostaat.

Welke legmethoden zijn er?

Er zijn drie varianten waarop de verwarmingsbuizen uiteindelijk kunnen worden geplaatst. Bij de meanderende legmethode worden de buizen in een slangvorm aangebracht.

De bifilaire vorm - ook wel slakkenhuisvorm genoemd - verwijst naar de spiraalvormige legging van de verwarmingsbuis. Hierbij werkt men zich eerst van de buitenkant naar het midden van de kamer, om vervolgens vanaf daar de buis weer terug naar de buitenkant te leiden. Aanvoer en retour liggen hier dus parallel naast elkaar.

De derde variant is de modulaire legmethode en is een combinatie van de andere twee vormen. Als er een bijzonder koele plek in de ruimte is - zoals bijvoorbeeld bij het raam -, kunnen de buizen op die plek dichter bij elkaar worden gelegd om dit te compenseren.

Welke draagsystemen zijn er?

Noppensysteem

Hier worden speciale noppenplaten met houdernoppen gebruikt, waarop de verwarmingsbuis enkel wordt opgedrukt en zo wordt gefixeerd. Daarom is het noppensysteem perfect geschikt als u uw vloerverwarming alleen en zonder speciaal gereedschap wilt leggen. Zodra de buizen zijn aangebracht, volgt een laag natte dekvloer en is het klaar.

Klittensysteem

Ook het klittensysteem is uitstekend geschikt voor montage door één persoon. Zoals de naam al doet vermoeden, zijn zowel de isolatieplaten als de verwarmingsbuis bedekt met een klittenbandlaag. Alles wat u hoeft te doen, is de buis in de gekozen legmethode op de isolatieplaten te drukken. De installatie gebeurt hier dus ook zonder speciaal gereedschap. Een ander groot voordeel: dankzij de mogelijkheid om de buis van de isolatieplaat los te maken dankzij het klittenbandsysteem, kunt u altijd correcties aanbrengen. Ook hier worden de verwarmingsbuizen met natte dekvloer bedekt.

Tackersysteem

Bij het tackersysteem worden de verwarmingsbuizen met nietjes op de plaat geniet en bevestigd. Bij deze legmethode heeft u minimaal twee extra helpende handen en extra gereedschap nodig, namelijk een nietapparaat en nietjes.

Droogbouwsysteem

Licht, plat en snel gelegd. Het droogbouwsysteem is ideaal voor naderhand inbouwen tijdens renovatiewerkzaamheden, omdat het een lage opbouwhoogte heeft. Vanwege het lage eigen gewicht kan het gebruikt worden voor houten balkenplafonds en voor de uitbouw van de zolder. De verwarmingsbuizen worden in de isolatielaag van EPS-hardschuim met warmtegeleidingsplaten gelegd, waarop vervolgens droge dekvloerplaten worden aangebracht.

Dunbedsysteem

Het dunlaagsysteem heeft ook een lage opbouwhoogte. Dit draagsysteem kunt u direct op de ruwe vloer en ook op een bestaande vloerbedekking, zoals oude dekvloer en tegels, leggen. Ook hier worden de aangebrachte buizen vervolgens met natte dekvloer bedekt.

Welke diameter moet de buis hebben en op welke afstand moet deze worden gelegd?

Het is in elk geval raadzaam om al bij het plannen van de verwarming een professional te raadplegen. Deze kan de warmtebehoefte bepalen door de verwarmingslast te berekenen. Zodra bekend is welk vermogen nodig is om aan de warmtebehoefte te voldoen, kan het geschikte oppervlakteverwarmingssysteem en een geschikte warmtegenerator worden geselecteerd.

Even belangrijk bij het bepalen van de buisdiameter en de legafstand is de randzone. De randzone is de afstand tussen de (buiten)muur en eventueel een balkon- of terrasdeur en de verwarmingsbuis. Verder is het van cruciaal belang in welke ruimte de oppervlakteverwarming moet worden geïnstalleerd. Bijvoorbeeld, de legafstand in badkamers moet aanzienlijk kleiner worden gekozen dan in woon- en slaapruimtes.

Een ander belangrijk aspect is de gewenste vloerbedekking die later op de vloerverwarming moet worden gelegd. Want een dikkere vloerbedekking draagt bij aan een hogere verwarmingsprestatie.

Vanwege de verschillende factoren die in overweging genomen moeten worden, kan er daarom geen concrete uitspraak worden gedaan over de perfecte buisdiameter en de optimale legafstand. Over het algemeen adviseren wij altijd een eerder kleinere legafstand, aangezien dit bijdraagt aan de efficiëntie van het systeem. Hoe meer leidingen er in de vloer liggen, hoe minder energie de warmtegenerator moet verbruiken om het systeem te voorzien.

Hoe hoog zijn de kosten voor de installatie?

Vanwege de individuele omstandigheden en behoeften kunnen de aanschafkosten van vloerverwarming begrijpelijkerwijs niet exact worden aangegeven. De volgende gegevens zijn daarom grove, gemiddelde richtlijnen, zodat u een indruk heeft en de kosten tenminste bij benadering kunt inschatten. Bovendien is te verwachten dat de prijzen en materiaalkosten als gevolg van de huidige situatie eerder zullen stijgen dan dalen.

Elektrische vloerverwarming: ongeveer 20 tot 50 euro per vierkante meter Vloerverwarming met warm water in een nat systeem: ongeveer 50 tot 70 euro per vierkante meter Vloerverwarming met warm water in een droog systeem: ongeveer 30 tot 60 euro per vierkante meter

Bij het achteraf inbouwen/renoveren geldt: voor het verwijderen en afvoeren van de oude vloerbedekking en de oude dekvloer moet je daarnaast ongeveer 20 tot 30 euro per vierkante meter rekenen. Het is ook vermeldenswaard dat bij complete sets de prijs per vierkante meter voordeliger wordt, naarmate de te voorziene oppervlakte groter is.